Wettelijke Bepalingen
Het Europees Hof van Justitie heeft als hoogste gerechtelijke instantie binnen de Europese Unie door middel van een arrest duidelijkheid gegeven over het handelen in gebruiker computer software. Daarbij is deze manier van handel in principe als legaal aangemerkt. Daarbij heeft het Hof van Justitie ook haar oordeel geveld dat tweedehands softwarehandel toegestaan is. Het maakt daarbij niet uit of de software fysiek of online over wordt gedragen.
De volgende kwesties werden door het Federale Hof van Justitie op basis van de beslissing van het Europese Hof van Justitie bevestigd. Het door het Hof van Justitie afgegeven arrest geldt niet alleen op losse licenties, maar is ook van toepassing op volumelicenties die opgesplitst verkocht worden. De bevestiging hiervan kan terug worden gevonden in de Duitse zaak tussen Adobe en usedSoft van het Oberlandesgericht Frankfurt am Main.
Bij de redenering werd door in totaal 13 rechters uit de Grote Kamer duidelijk gemaakt dat het principe van uitpassing altijd van toepassing is op de eerste verkoop van bepaalde software. Er is een bevel afgegeven dat een tweede koper altijd opnieuw de software van de fabrikant mag downloaden als er online een licentie overgedragen is. Het Hof van Justitie zei hierover: “Bovendien strekt de uitputting van het distributierecht zich uit tot de programmakopie in de door de auteursrechthebbende verbeterde en bijgewerkte versie”. Daarmee ging het Hof veel verder dan de conclusies die eerder getrokken werden door een advocaat generaal op 24 april 2012.
Bij een wat latere uitspraak van het Oberlandesgericht Frankfurt am Main, die gedaan werd in de zaak tussen Adobe en usedSoft, werden verdere gevolgen van de uitspraak bevestigd op een unieke manier. Door het Oberlandesgericht Frankfurt werd geoordeeld dat het arrest van het Hof van Justitie namelijk ook zeer zeker van toepassing is bij volumelicentieovereenkomsten en ook geldt op de splitsing daarvan. Anderzijds werd op 11 december 2014 door het Federale Hooggerechtshof een beroep van sopftwaregigant Adobe (zaaknummer: Az. I ZR 8/13) in zijn geheel verworpen. Via deze weg werd ook de uitspraak van het Oberlandesgericht Frankfurt als laatste duidelijk bevestigd.